donderdag 2 december 2010

En nu naar Facebook en Twitter!

Prins William and Kate Middleton gaan trouwen. Onze felicitaties uiteraard, maar daar gaat het hier niet om. Waar het wel om gaat is de manier waarop het huwelijk werd aangekondigd: via Facebook en Twitter. Toen ik uit professioneel oogpunt later die dag de cms-gestuurde websites van prins Charles en Buckingham Palace bekeek, bleek daar van een huwelijksaankondiging nog helemaal niets te vinden. Moraal van deze intro: het zwaartepunt van internet kantelt razendsnel van traditionele websites naar social media.
Er is op deze plek al eerder een lans gebroken voor social media, maar nu zien we dat deze vormen van digitale communicatie als een lawine over ons heen komen. En terecht.


We merken vaak dat veel ondernemers nog geen enkele feeling hebben met social media. “Ik geloof er niet in” of “Je vrienden zoek je toch zelf op, dat doe je toch niet via Facebook?”. Maar daar gaat het niet om. Het is puur een kwestie van marketing. Facebook, Hyves, Twitter, Blogger, Youtube, Linkedin en zelfs Flickr bieden ook voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf een scala aan nieuwe mogelijkheden. Ik vind dit een uiterst boeiende ontwikkeling, die een geheel nieuwe kijk op je internetstrategie vraagt en die veel nieuwe mogelijkheden schept waar ook het mkb van moet profiteren. Waar het in essentie om gaat is dat je internet niet gebruikt in de hoop en verwachting dat je doelgroep je website vindt, maar dat je als ondernemer zelf actief wordt op die plaatsen waar in elk geval een deel van je doelgroep op inlogt. En dan is het de kunst en uitdaging om ze je ook aan je te binden. Ik zal niet zeggen dat traditionele websites snel overbodig zullen zijn, maar ik geloof absoluut dat hun rol binnen een aantal jaren behoorlijk gemarginaliseerd zal zijn – met uitzondering van webshops en sites waar bezoekers gerichte informatie zoeken. Maar als je de ontwikkelingen ziet op het gebied van blogs - en wie gaat er nog zelf een blog op z’n site zetten als Blogger en Wordpress uitstekende diensten verlenen - hoeft het niet lang te duren voordat we ook met webshops aanhaken op gratis standaard portals, die je toch ook een eigen smoel kunt geven.

Het mooie van social media is dat je contacten, vrienden, volgers, of hoe het ook allemaal genoemd mag worden, via Facebook of Twitter de meldingen kunnen zien die je als ondernemer kwijt wilt. Als je contacten dat bij Facebook als “leuk” aanvinken, kunnen hun contacten dat ook weer zien. Plaats een blog op Blogger of Wordpress, en je lezers kunnen dat vervolgens met een druk op de knop aanbevelen via diverse social media. Ik geef toe, het kost wat tijd om je informatie via deze sites bij te houden, maar dan praten we misschien over een kwartiertje per dag. Plus, als je het slim aanpakt, kun je je Twitter ‘tweets’ automatisch doorplaatsen op Facebook. Of andersom. Of op Linkedin. En het mooiste is nog dat het meestal nog gratis is ook.

Natuurlijk kost het wel wat tijd voordat je een kring van contacten of volgers hebt opgebouwd, maar let op: binnen de kortste keren heb je de smaak te pakken. Bij het opzetten van een social media-strategie en het instellen van de pagina’s op bijvoorbeeld Facebook, Hyves en Blogger kun je natuurlijk altijd aankloppen bij je webdesigner of internetspecialist. Ook wij helpen onze klanten daar nu mee.
Eén zeer belangrijk argument heb ik nog buiten beschouwing gelaten: hoe meer je naam via diverse bronnen op het internet voorkomt, hoe vaker Google je kan vinden. Google bijvoorbeeld maar eens op ‘Seashore Media’. Dus waarom zouden we hier kansen laten liggen?

Martin van Duijn
Seashore.nl

vrijdag 15 oktober 2010

Bovenin Google

Nr. 1 in Google, nou ja, tenminste bij de eerste tien. Dat is het ideaalbeeld van de meeste bedrijven. En natuurlijk zijn er diverse bedrijven die daar op inspringen en u de mooiste resultaten beloven. U hoeft alleen maar met hen in zee te gaan en ze garanderen u dat u bij de eerste tien zoekresultaten van Google eindigt – afgezien van de omstandigheden zoals die in de kleine lettertjes omfloerst worden uitgelegd natuurlijk. Dat klinkt aanlokkelijk, maar in hoeverre worden die beloftes waargemaakt?

Laat ik duidelijk zijn, ik heb het hier niet over bonafide webdevelopers en webdesigners, maar over bedrijven die zich louter en alleen richten op zoekmachineresultaten. Een paar van onze klanten zijn met zo’n bedrijf in zee gegaan en om eerlijk te zijn, de resultaten waren nou niet om over naar huis te schrijven. Natuurlijk, ze laten voorbeelden zien en als je googelt staan die hoog in de lijst. Maar welke bedrijven laten ze zien? Wij hebben eens goed gekeken naar de voorbeelden die een dergelijk bedrijf voorhield, en wat blijkt: het waren bijna allemaal bedrijven die een vrijwel unieke dienst of product aanbieden. Kijk, als u zich specialiseert in de verkoop of verhuur van mobiele glijbanen zijn uw kansen om hoog in Google te eindigen vele malen groter dan wanneer u een schildersbedrijf heeft. Heel simpel, omdat er weinig concurrenten zijn waarmee u in de slag moet, ook niet op Google. Maar als u een schildersbedrijf heeft, moet u opboksen tegen een paar duizend andere schildersbedrijven die in dezelfde vijver vissen. Dat bewuste bedrijf liet alleen maar unieke voorbeelden zien. Een glaszetter, een garagebedrijf of een fietsenhandelaar zat er niet tussen.

Een klant die voor veel geld met dat bewuste bedrijf in zee is gegaan, is nu bijna een jaar later zelfs nog steeds niet bij de eerste tien zoekresultaten te vinden. Om de privacy van het bedrijf te bewaren zullen we hier maar zeggen dat het in verlichting doet. Ja, het staat wel bovenin de lijst als je als zoekterm “verlichting” intikt, gevolgd door de naam van de gemeente waar het is gevestigd. Maar dat is vanzelfsprekend niet het resultaat waar de klant op had gehoopt.

Natuurlijk zij er manieren om uw website zo goed mogelijk toegankelijk te maken voor zoekmachines. Maar garanties geven? Daar geloof ik niet in. Al was het maar om deze eenvoudige reden: zolang je geen contract hebt met een bedrijf, kun je nooit de resultaten garanderen die je met dat bedrijf denkt te willen behalen. Google en andere zoekmachines bepalen uiteindelijk altijd zelf wie wordt geïndexeerd en op welke positie je terecht kunt komen – en ze kunnen hun methoden wijzigen wanneer ze hun zoekalgoritmen wijzigen, met gevolgen voor de indexering. Plus: wat ik zie als ik een zoekopdracht geef, hoeft een ander met dezelfde zoekopdracht nog niet te zien. Ik zat eens via de telefoon met een klant te kijken hoe hij werd gevonden met bepaalde zoekopdrachten. Ik zat in Katwijk, de klant hier 18 kilometer vandaan. Bij geen een enkele opdracht bleek het gepresenteerde resultaat in Google in Katwijk hetzelfde te zijn als bij mijn klant.

Dan zijn er nog bedrijven die methoden hanteren waarvan Google uitdrukkelijk zegt dat die niet zijn toegestaan. Het is natuurlijk een gok – komt Google er achter en wanneer? Nou, bij een andere klant kwam Google er op een of andere manier achter en het gevolg was dat deze klant een paar maanden totaal niet meer voorkwam in Google. En er was nog iets opmerkelijks. Dat bedrijf hanteerde een systeem waarbij maandelijks nieuwe pagina’s met soms de vreemdste onderwerpen werden gegeneerd. Elke keer als er een dergelijk nieuwe pagina was gemaakt en geupload, had die pagina toevallig een aardig aantal bezoekers. Dat deed bij ons het sterke vermoeden rijzen dat niet alleen de pagina's automatisch werden gegenereerd, maar ook de bezoeken aan die pagina’s….

De moraal van het verhaal: wees voorzichtig met bedrijven die garanderen dat zij u, natuurlijk tegen betaling, hoog in Google kunnen laten eindigen. Misschien is het eens aardig hen een vraag te stellen. Als ze u voorhouden dat zij u bij de eerste tien zoekresulaten kunnen laten eindigen, vraag dan eens wat zij doen als ze elf klanten met zo’n zelfde bedrijf als u hebben?

Wie zo goed mogelijk in Google zichtbaar wil zijn, moet gewoon eens goed praten met het bedrijf dat zijn website heeft gebouwd en beheert. Of eens denken aan iets als Google Adwords. Dat kost geld, maar dat kosten de “garanderende” bedrijven ook. En met Adwords heeft u veel meer mogelijkheden om uit te proberen wat voor u de beste combinatie van trefwoorden is, terwijl u zelf bepaalt wat u er aan wilt uitgeven. Succes!

Martin van Duijn.
Eerder gepubliceerd in het maandblad van de KOV, juni 2010.

De jeugd heeft de toekomst (in handen)

Enige tijd geleden was ik aanwezig bij een gesprek tussen een aantal ondernemers die op de een of andere manier betrokken zijn in de communicatiesector. Toen de gespreksleider vroeg of internet de manier van zaken doen voor hen in de toekomst zal gaan veranderen, was de reactie over het algemeen op z'n zacht gezegd nogal opmerkelijk: nee, niet echt. “Mensen willen altijd uiteindelijk gewoon op een normale manier zaken doen”, en “wie wil er nu de hele tijd achter een computer zitten?”.

Nou, dat ik kan ik je wel vertellen. Jonge mensen groeien op een heel andere manier op als de meesten van ons dat deden. Het is opmerkelijk hoe weinig problemen zij hebben met het delen van privacygevoelige informatie via internet. Terwijl ik nu nog steeds volwassenen tegenkom die bij gerenommeerde bedrijven op het internet niet met een credit card een bestelling durven plaatsen. Mensen die het online boeken van een hotelkamer of ticket nog als het toppunt van digitale durf zien. Maar voor de jeugd is internet een verlengstuk van hun leven geworden. Ik heb een paar dagen met een 16-jarige uit Engeland doorgebracht, en hij liep met z’n iPod en de Albert Heijn app (ga ik niet uitleggen) hier door de winkel van de grootgrutter en vertelde mij waar ik sommige dingen kon vinden. En terwijl ik stond te staren naar de uitleg van de kaartjesautomaat van de NS, had hij er al twee kaartjes uit gekregen, maar dat terzijde. Ik bedoel maar.
Het gaat namelijk niet alleen om consumentenbestedingen. Diezelfde jongeren zullen over tien of vijftien jaar niet alleen grotere bestellingen voor zichzelf plaatsen via internet, maar belangrijker: zij zullen ook in hun werk, als hun functie dat met zich meebrengt, veel meer het internet gebruiken als het middel om informatie te verzamelen en orders te plaatsen. Bestaande goede relaties kunnen daardoor onder druk komen te staan. Als een inkoper vertrekt en door een jongere wordt vervangen, zal een ondernemer alles uit de kast moeten trekken om de bestaande relatie in stand te houden. Dat betekent dat er veel meer aandacht aan klantrelaties moet worden geschonken. Ik ken een ondernemer die dit volledig onderkent, maar tegelijk worstelt met zijn eigen medewerkers. Want het vraagt wel om een cultuuromslag, en die maak je niet zomaar.
Een andere optie is natuurlijk om zelf ook met volle overgave de energie op het internet te gaan richten als een middel om zaken te doen. Ik beweer niet dat dit voor elk bedrijf een goede oplossing is, want veel zaken en diensten lenen zich daar natuurlijk niet voor. Maar waar er maar een kleine kans op succes is, moet die met beide handen worden aangepakt.
Dat betekent niet dat je niet zomaar blind op het internet moet gaan vertrouwen. Dat is niet de manier. Wie succesvol wil zijn, moet met goede en liefst nieuwe ideeën komen. Daarin ligt de uitdaging: online zakendoen in het verlengde van je bestaande bedrijf, maar daar een nieuwe toegevoegde waarde aan bieden. Ik zou ondernemers willen adviseren om eens goed te gaan praten, niet alleen met marketingdeskundigen, maar gewoon met de jongere werknemers, met je kinderen en hun vrienden. Kijk wat er leeft, wat zij verwachten van een bedrijf en hoe je daar straks een antwoord op kunt formuleren.
Nederland heeft lange tijd de naam gehad dat het een land was van inventieve en ondernemende no nonsens zakenmensen. Ik denk dat we wel wat digitale vitaminen kunnen gebruiken om dat imago nieuw leven in te blazen. Anders kunnen straks veel bedrijven het licht uitdoen, omdat bestellingen overal kunnen worden geplaatst.

Martin van Duijn.
Eerder gepubliceerd in het maandblad van de KOV, februari 2010.